Waarom de reusachtige bikinibroeken van de Amerikaanse kunstenaar Kilgallen een must zijn - NRC

2022-09-02 21:13:21 By : Mr. Charles Zeng

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Beeldende kunst De vroeg gestorven Margaret Kilgallen schilderde, tekende en timmerde met alles wat ze maar op straat vond. Het Bonnefantenmuseum organiseert nu haar eerste Europese solotentoonstelling.

Als iemand haar zou tekenen, zou dat in zwierige Oost-Indische inkt moeten, alles beweeglijk: de lijn om haar mond, haar rossige krullen, de manier waarop ze op haar skateboard, haar surfplank springt en over die golven gaat. Rank, wendbaar, altijd met een scherp oog voor wat er om haar heen gebeurt.

Dat is Margaret Kilgallen – een Amerikaanse kunstenaar die in de knop brak. Ze was pas 33, toen er dodelijke uitzaaiingen bij haar werden geconstateerd. Ze weigerde de chemokuren omdat ze zwanger was. Drie weken na de geboorte van haar dochtertje stierf ze, in 2001. Ze had toen net haar MFA aan Stanford afgerond, de eerste solo’s – waaronder een grote bij Deitch Projects in New York – waren achter de rug en samen met haar man maakte ze in San Francisco naam als gouden graffiti-duo. Opgeleid als typograaf en boekrestaurator schilderde, tekende en timmerde Kilgallen met alles wat ze maar op straat vond. Als ondergrond diende karton, linnen, textiel, schroot, boekpapier, hout, cassettebandjes, maar ook muren, skateboards, treinstellen, watertorens en parkeermeters.

Het Bonnefantenmuseum in Maastricht heeft nu een overzicht van haar werk, dat eruitziet alsof het fonkelnieuw is en eigentijds. Het is de eerste museale solo na Kilgallens dood en de eerste keer dat haar werk in Europa wordt getoond. Je snapt niet waarom dat zo krankzinnig lang heeft geduurd.

Margaret Kilgallen, Untitled, ca. 1999. (Acrylverf op hout, 43.82 x 19.05 cm.)

Courtesy the Estate of Margaret Kilgallen and Ratio 3, San Francisco

Kilgallen vestigde zich in de jaren negentig van de vorige eeuw in het Mission District in San Francisco. In deze wijk, bevolkt door hispanics, deed bijna iedereen, door armoede gedwongen, alles zelf en alles met de hand: muurschilderingen, uithangborden, auto’s oplappen. Hier bloeide een kunstnijverheid en een volkskunst die Kilgallen, gefascineerd als ze was door naïeve kunst, amateuristische typografie en folkloristische motieven, in zich opzoog.

That’s where the beauty is heet de uit Amerika doorgereisde tentoonstelling. Schoonheid, zo vond Kilgallen, is op de meest onverwachte plekken te vinden maar vooral in de menselijke hand. In een zeldzaam interview vlak voor haar overlijden zei ze: „Ik zie graag de hand van mensen in de wereld; het maakt me niet uit waar. In mijn eigen werk doe ik ook alles met de hand. Ik projecteer niet en maak evenmin gebruik van mechanische dingen, want ook al besteed ik veel tijd aan het perfectioneren van mijn lijnen en mijn handschrift, mijn hand zal altijd onvolmaakt zijn, want hij is menselijk. Van een afstand ziet de lijn er misschien recht uit, maar als je dichterbij komt, zie je altijd het weifelende. En volgens mij ligt daar juist de schoonheid.”

Margaret Kilgallen, Untitled, ca. 2000. (Acrylverf op papier, 53.34 x 35.56 cm.)

Courtesy the Estate of Margaret Kilgallen and Ratio 3, San Francisco

Op de tweede verdieping van het Bonnefanten ontvouwt zich een levenslustig, grimmig en humoristisch panorama van ferme lijntekeningen, graffiti-achtige tags, woordspelige tekstwerken, foto’s, knettergrote muurschilderingen en een zaalvullende labyrintische installatie (Main Drag, 2001). De vaak op elkaar lijkende figuren in Kilgallens werk zijn geprononceerd en toch plat, zonder perspectief: met grote borsten, enorme lippen, reusachtige bikinibroeken en opgepompte torso’s. Ze kwebbelen, spelen banjo, lopen arm in arm (met een hond op platvoeten erbij starend), ze slaan op elkaar in of springen op de surfplank. Hun contouren zijn vet, soms vederlicht, en zo magnifiek getroffen dat het lijkt alsof je de persoon van het papier kunt oppakken. Bomen en blaadjes zijn er in veelvoud: niet zoals je ze om je heen ziet, maar als sierlijke, uitgesneden vormen. Het zijn sterke, decoratieve elementen die te pas en te onpas kunnen worden ingezet naast, onder of boven een ander werk.

Ook dit is zo krachtig aan Kilgallens werk: het toont zich steeds weer in een andere constellatie, want er kan naar hartelust worden geschoven met letters, symbolen en personages. En steeds krijgt alles net weer een andere betekenis, omdat de context verandert. In Kilgallens ensembles verschijnen opvallend veel sterke vrouwen, maar ook vergeten heldinnen, zoals de clawhammer-banjospeelster Matokie Slaughter. Voor- en achternaam van de banjo-virtuoze verschijnen op tags, als signatuur en ook in een gigantische muurschildering die alleen maar uit letters bestaat: SLAUGHTER (1997). Op een bloedrode ondergrond trekken donkergele letters je naar zich toe. De letters lijken geplukt van een winkelbord in een oude western. Het is een hard en mooi werk, met een heleboel associaties van geweld en moord. Het is scherp en toch wiebelig omdat als je goed kijkt, je de hand van de maker aan het werk ziet die probeert de perfectie te benaderen.

Margaret Kilgallen, Untitled, ca. 2000. (Acrylverf op papier 14.6 x 20.9 cm.)

Courtesy the Estate of Margaret Kilgallen and Ratio 3, San Francisco

Margaret Kilgallen. That’s where the beauty is. T/m 7 november. Bonnefantenmuseum, Maastricht. Inl: bonnefanten.nl

Wat moet je deze week zien, horen of luisteren? Onze redacteuren recenseren en tippen

Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt. U kunt ons ook anoniem een tip geven.