'Je bent te dik': op haar surfplank hoort Carmen dat stemmetje niet meer | RTL Nieuws

2022-06-18 15:51:15 By : Mr. Joy Kenix

Tien jaar was Carmen toen ze een eetstoornis kreeg. Er volgden zes jaren vol eenzaamheid en honger, tot ze een brief naar haar ouders schreef: 'Help me'. Met psychische hulp kwam Carmen erbovenop, én met hulp van haar grote liefde: surfen. "De wind blaast mijn gedachten weg."

'Je bent te dik.'

'Je moet minder eten.'

'Je bent niet mooi genoeg.'

'Vanavond sla je je avondeten over.'

Zomaar wat zinnetjes die door Carmens hoofd spookten, jarenlang. Het stemmetje dat dit soort dingen tegen haar zei, kon niet tot stilte worden gemaand. Het maakte dat Carmen besloot om te stoppen met eten. Ze viel af, werd dunner en dunner, en durfde er met niemand over te praten. 

Ze dacht, om eerlijk te zijn, dat ze wel kon leven met dat stemmetje. Dat het erbij hoorde. Dat het zo erg nog niet was. 

"Het is gek", zegt Carmen (nu 20). "Ik had een heel gelukkige jeugd, had een veilige thuisbasis in Groningen, met fijne ouders, leuke vriendinnen, het ging goed op school, ik had leuke hobby's. En tóch ging het slecht met mij."

Het begon toen ze 10 jaar was. Carmens lichaam veranderde, de puberteit deed zijn intrede, ze bleef een rank postuur hebben maar ging de hoogte in, kreeg vrouwelijke rondingen, en haar vriendinnen gingen het steeds meer over het uiterlijk hebben. Het maakte bij haar een onzekerheid los die ze 'nog nooit eerder had gekend'. "Ik wist niet zo goed wat me overkwam, kon maar niet aan mijn nieuwe lijf wennen. Ik voelde mezelf ineens niet mooi meer, wilde niet dat mensen naar me keken, en zag alleen maar een dik iemand als ik in de spiegel keek."

Tientallen keren heeft ze de afgelopen tijd, ook met een psycholoog, proberen na te gaan waar het misging. Wat er in haar hoofd omging. Of ze iets heeft gemist in haar jeugd – 'nee', is het antwoord.

"Vaak hoor je dat mensen een eetstoornis ontwikkelen om te vluchten voor bijvoorbeeld een traumatische ervaring, of een nare thuissituatie, of iets te compenseren. Maar dat had ik niet. Het ontbrak me echt aan niets. Ik weet alleen dat ik geobsedeerd raakte door voeding, door wat ik wel mocht eten en – vooral – wat ik niet mocht eten. Ik mocht van mezelf heel veel niet meer eten."

Ze nam de lunchpakketjes die ze van haar ouders kreeg voor naar de basisschool netjes mee, maar gooide die in de prullenbak en teerde de hele dag op een rijstwafel. Met het avondeten zei ze vaak dat ze al vol zat, en ze probeerde zo weinig mogelijk te eten.

Niemand wist van haar eetstoornis. Ja, ze werd dunner, zag bleker, maar Carmen was 'een ster geworden' in het dragen van make-up en de juiste, wijde kleren. Strakke kleding vond Carmen sowieso oncomfortabel omdat ze zo onzeker was over haar lijf. Bovendien: hoeveel pubers schieten niet soms de lucht in, tijdens een groeispurt, en worden dan wat dunner en slanker?

"Het maakte dat ik zes jaar lang mijn gang kon gaan. En zes jaar lang eenzaam was. Ik had het er met niemand over." Fysiek ging het slecht met Carmen, en mentaal ook. "Als je een paar uur al niet goed eet, dan word je al chagrijnig, hangry. Ik was in mijn slechtste periode 24 uur per dag chagrijnig, moe, verdrietig, negatief over alles."

Op school, Carmen zat inmiddels in de derde, gingen haar cijfers achteruit. "Ik kon me niet meer concentreren en had buikpijn en hoofdpijn, omdat ik te weinig vocht en voeding binnenkreeg." Het was niet alleen afvallen, zegt Carmen, wat ze deed. Ze kon - na jaren weinig tot niets eten - ook de dingen die ze leuk vond niet meer doen. Zoals windsurfen. "Mijn lijf kon zich zelfs met een wetsuit niet meer warm houden, en ik had de kracht niet meer mijn zeil omhoog te houden."

Carmen leerde windsurfen van haar vader, een jaartje of 14 was ze toen. Sindsdien is ze verknocht aan de sport – 'een dikke windkracht 4' is haar favoriet, en windkracht 5, 6 en 7 mogen er ook wel wezen. Ze gaat graag naar het Lauwersmeer, IJsselmeer, allemaal prachtplekken in Groningen, trekt haar wetsuit aan en laat zich gaan waar de wind haar brengt. De ene keer is dat de waterkant. Bij het riet. De andere keer is dat de overkant van het meer. De wind beslist, Carmen volgt. 

 "Op een gegeven moment had mijn lichaam geen reserves meer, dus lukte het sporten niet en begon het mijn spieren af te breken om energie te krijgen. Ik had continu kramp in mijn ledematen, ik lag 's nachts wakker van de pijn en was overdag uitgeput."

Eetstoornissen komen bij alle lagen van de bevolking, alle leeftijden en allerlei mensen voor, maar het meest voor bij vrouwen, zo meldt het Voedingscentrum. Ze ontstaan vooral in de puberteit of jonge volwassenheid. Naar schatting lijden in Nederland jaarlijks ongeveer 200.000 mensen aan een eetstoornis. Ruim 22.000 mensen daarvan kampen met boulimia nervosa, en ongeveer 5500 aan anorexia nervosa.  

Er spelen meerdere factoren een rol bij het ontstaan van de ziekte, zoals een erfelijke gevoeligheid, en een negatief lichaamsbeeld, weinig zelfvertrouwen of de angst om dik te worden. Ook de omgeving kan een (negatieve) rol spelen in de eetstoornis, bijvoorbeeld wanneer iemand een bepaalde sport beoefent of modellenwerk doet, waarvoor een bepaalde vorm van het lichaam gewenst is. 

Ze raakte sociaal geïsoleerd, maakte het uit met haar vriendje. "Ik was zo ongelukkig, walgde zo van mezelf, dat ik hem ook niet meer van me kon laten houden." Ook vriendinnen zag Carmen amper, want veel sociale afspraken – een avondje naar de stad, naar de film, een feestje – gingen gepaard met eten, borrelhapjes. "Ik ging alles uit de weg wat maar met eten te maken had."

Het dieptepunt was dat ze zó bang was voor eten, dat Carmen in tranen uitbarstte bij het idéé dat ze ergens een hap van zou moeten nemen. "Het klinkt heel gek misschien, maar ik was echt heel erg bang voor voedsel, raakte ervan in paniek. Tijdens één van die paniekmomenten besefte ik: dit kan niet meer."

Dat was ook het moment dat Carmen een brief schreef. Op een ogenschijnlijk doodgewone woensdagochtend legde ze dat A4'tje op het kussen van haar ouders, waarin ze haar verhaal deed – een handgeschreven bekentenis en tegelijkertijd een noodkreet. Help me. Ik kan dit niet meer.

Daarna ging ze naar school, zodat ze niet direct de confrontatie hoefde aan te gaan, maar ook de brief niet meer weg kon halen. Haar ouders schrokken, hun bange, vage vermoedens werden bevestigd. Ze reageerden lief, behulpzaam, maar hadden ook meteen zoiets van: actie. 

Carmen ging naar een diëtiste, waar ze leerde wat en hoeveel haar lijf aan voeding nodig heeft. Ze leerde alles over vitamines, voedingsstoffen, en wat er met een lichaam gebeurt als het daar niet voldoende van binnenkrijgt. Ze schrok toen ze hoorde waar haar krampen vandaan kwamen: haar lijf was zichzelf als het ware aan het opeten. "Ik leerde daar anders naar eten kijken, besefte dat voeding niet de vijand was. Maar dat veranderde nog niets aan mijn zelfbeeld."

Carmen bezocht een psycholoog, om meer zelfvertrouwen te krijgen. Dat ging – en gaat – stapje voor stapje voor stapje voor stapje. "Ik schreef soms alle gedachten die in mijn hoofd kwamen, op. Dan waren ze eruit, en kon ik ze vanaf een afstandje bekijken. En ik leerde bij therapie de twee stemmetjes in mijn hoofd scheiden. Wat zegt mijn gezonde verstand? En wat zegt mijn eetstoornis? Mijn gezonde verstand zegt: 'Je hebt honger, je hebt eten nodig.' En mijn eetstoornis zei: 'Je bent te dik, je hebt dat eten niet nodig'."

De weg terug naar een normaal eetpatroon noemt Carmen 'bij vlagen een naar proces'. Ze kreeg in eerste instantie veel buikpijn omdat haar lijf geen eten meer gewend was – haar buik zwol daardoor op, wat voor haar een bevestiging was: zie je nou wel, ik word dik van eten.

"Daar moest ik echt doorheen gaan. Toen ik op een gegeven moment merkte dat ik weer meer energie had, en weer rechtop kon zitten, besefte ik: eten is goed voor me."

Het windsurfen hielp haar te focussen op gezond zijn, in plaats van dun (te dun) zijn. "Mijn oom hielp me daar ook bij", vertelt Carmen. "Ik merkte dat ik tijdens therapie in paniek raakte van het woordje 'herstellen'. Want wat hield dat in: herstellen? Wat was mijn doel?

Mijn oom, het broertje van mijn moeder, was een fanatieke sporter en kreeg uitvalsverschijnselen na een hernia. De artsen wisten niet of hij volledig zou herstellen. Dit leek hem vreselijk, dus hij zei: 'Aankomende winter sta ik weer op de latten'. En ja. Hij trainde zich suf, en stond die aankomende winter weer op de latten. Hij focuste zich via zijn sport op beter worden."

"Mijn oom zei tegen mij: 'Je moet je niet focussen op je herstel, maar op weer kunnen windsurfen zoals je dat daarvoor deed. Met energie, zonder pijn. En dat je het uren vol zou kunnen houden."

Haar surfboard, haren in de wind, ultieme vrijheid, dikke winkdracht 4: dat is waar Carmen aan dacht als ze een vol bord spaghetti voor haar neus kreeg – en dat op moest eten. "Dáár deed ik het voor. En als ik dan de dag erna een paar uur pijnloos over dat water kon racen, dan wist ik: ik ben op de goede weg. Het windsurfen gaf me feedback. Als het me lukte, wist ik: ik zorg nu goed voor mijn lichaam." 

"Op het water is het heerlijk. Ik denk nergens aan. Er is geen ruis in mijn hoofd – behalve de wind. Die waait alles weg. Al mijn gedachten, mijn emoties. Ik ben niet meer onzeker, zelfs niet in zo'n strak wetsuit. Dat is er allemaal niet op dat water."

Inmiddels heeft Carmen de havo gehaald en studeert ze werktuigbouwkunde in Groningen. "Het beginnen aan een studie deed me heel goed, dat was het juiste zetje. Nieuwe mensen, een nieuwe start, niemand die het van me wist: een soort Carmen 2.0. De gezondere, gelukkigere versie."

Afgelopen kerst, toen ze even vrij was van school, schreef ze al haar gedachten eens op. Ze was toen al een halfjaar gestopt met de sessie bij de psycholoog, het ging goed met haar, ze werkte in haar vrije tijd bij de Reddingsbrigade op het strand bij Callantsoog. "Maar het moest er allemaal uit. Gedachten over wat ik had meegemaakt, hoe ik erbovenop ben gekomen." 

En zo ontstond het: een boek. Ze kwam in contact met een redacteur, die hielp haar bij het herschrijven – wat nodig was, want Carmen heeft 'ontzettende mega-erge dyslexie' – en nu is het er, ze gaf het zelf uit bij Brave New Books. Een lichaam tegen duizend gedachten heet het. Carmen wil er anderen mee helpen: mensen die ook last hebben van zo'n venijnig, gemeen en leugenachtig stemmetje. 

"Mensen denken dat je pas een eetstoornis hebt als je jezelf uithongert. Maar als je al negatief over jezelf denkt, en er nog niet naar gaat handelen maar wel ongelukkig wordt van die gedachten, dan heb je al hulp nodig. Om erger te voorkomen." 

Haar boodschap: je hoeft niet dun of ondervoed te zijn om een conflict te hebben met eten.

Heb jij of ken jij iemand met een eetstoornis en wil je hierover praten? Neem contact op met een hulpverlener via MIND Korrelatie. Dat kan op doordeweekse dagen van 9.00 uur tot 21.00 uur.

Over een paar weken gaat ze naar Finland om daar stage te lopen. Ze heeft er zin in, kan niet wachten. Bang voor een terugval is ze niet. Ook haar ouders vertrouwen haar 'honderd procent'. En tuurlijk: Carmen kan dan wel weer uiteten gaan, slaat geen avondeten meer over, maar het is soms ook nog steeds knokken. Het blijft iets kwetsbaars, zegt ze. Dat stemmetje – 'je bent te dik, je moet minder eten, sla die avondmaaltijd eens over' – is er nog steeds soms. Af en toe. Op de slechte dagen. 

Maar Carmen weet nu: het gaat om geluk, en niet om gewicht. Ze heeft geleerd minder naar dat stemmetje te luisteren. Zich te focussen op andere dingen. 

Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar hij of zij bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.

Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl

Lees hier de eerdere zondaginterviews.

Altijd weten wat er speelt? Download de gratis RTL Nieuws-app en blijf op de hoogte.